Enige tijd geleden volgde ik een workshop over een Japanse handwerktechniek, Sashiko (je spreekt het uit als sash(i)ko, met de i bijna onhoorbaar). Sashiko betekent "kleine steek" en is ontstaan vanuit
de behoefte naar warmere kleding, het recyclen van oude lappen en het verstevigen van werkkleding en huishoudlinnen. Simpele rijgsteekjes werden gebruikt om kleine stukjes textiel op dunner geworden plekken van kleding te naaien. Later werden de steekjes in een meer natuurlijk, esthetisch patroon aangebracht. Ik heb me laten vertellen dat Japanse arbeiders alleen een versiering te grootte van een rijstkorrel mochten maken van de hoge bazen, en dat daarom de steekjes van Sashiko niet groter dan een rijstkorrel zijn. Hoe lang Sashiko al bestaat is moeilijk aan te geven, omdat veel originele werkstukken weer zijn gerecycled, maar er zijn zeker nog voorbeelden terug te vinden uit de 16 en 17 eeuw.
Doordat deze techniek al zo lang bestaat en het eeuwenlang op allerlei manieren aan elkaar werd doorgegeven, zijn de motieven en patronen steeds decoratiever geworden. Voor mijn werkstuk heb ik gebruik gemaakt van waarschijnlijk het bekendste Sashiko patroon, het hennep blad. Het symboliseert de wens voor een goede, sterke gezondheid. Vandaar dat dit motief vaak werd gebruikt op beddengoed en kinderkleding.
Eindresultaat na uren borduren.
Zakken gemaakt voordat ik ging borduren.
Met de trial-and-error techniek heb ik het patroon overgebracht op de stofdelen. Eerst het hele patroon op papier uitwerken, zoveel mogelijk al in vorm met de stofdelen. Daarna met radeerpapier proberen maar dat bleek niet goed genoeg. Met gewoon kleermakerskrijt (in pen vorm zodat hij mooi dun is), ging het uiteindelijke het best en bleven de lijnen het langst en best zichtbaar.
Met een speciale lange sashiko naald kan je sneller en preciezer borduren.